Vragen over personeel? Bel de Personeelsman: 030 - 636 59 56

    Geen producten in winkelwagen

    Hoe werkte de oude kantonrechtersformule?

    Per 1 juli 2015 gaat er veel veranderen binnen het ontslagrecht. Vanaf die datum is er geen kantonrechtersformule meer voor het toekennen van een ontslagvergoeding. Hiervoor in de plaats komt de transitievergoeding. In uitzonderlijke gevallen kan een kantonrechter dan een ‘billijke’ ontslagvergoeding toekennen.

    In het oude ontslagrecht was het relatief eenvoudig om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te forceren met een slecht of matig opgebouwd ontslagdossier. De kantonrechters hadden namelijk de mogelijkheid om een slecht opgebouwd ontslagdossier te compenseren met een hogere ontslagvergoeding.

    Deze hoogte hing voornamelijk af van de mate van verwijtbaarheid van het ontslag door de werknemer en werkgever. De ene keer valt de regeling in het voordeel van de werknemer en de andere keer in het voordeel van de werkgever. Maar in het merendeel van de gevallen werd de arbeidsovereenkomst beëindigd.

    Hoe werd de kantonrechterformule berekend?

    De kantonrechtersformule is simpelweg:

    A is aantal dienstjaren x B is beloningen x C is correctie

    A is aantal dienstjaren

    De A-factor omvat het aantal dienstjaren. Voor de berekening van de diensttijd rond je af op hele jaren. Bovendien is het niet zo dat bijvoorbeeld 20 dienstjaren ook een A-factor van 20 oplevert.

    De weging is een optelsom van de berekening van de dienstjaren per leeftijdscategorie:

    • Dienstjaren gewerkt tot en met 34 jaar vermenigvuldig je met 0,5.
    • Dienstjaren gewerkt tussen de 35 tot en met 44 jaar vermenigvuldig je met 1.
    • Dienstjaren gewerkt tussen de 45 tot en met 54 jaar vermenigvuldig je met 1,5.
    • Dienstjaren gewerkt op 55 jaar en ouder vermenigvuldig je met 2.

    Voorbeeld:

    Loodgietersbedrijf Brouwers wil een 48-jarige werknemer ontslaan die al 17 jaar in het bedrijf werkt. Dat betekent dat hij op 31-jarige leeftijd in dienst is getreden.

    De A-factor is dan: (4 dienstjaren x 0,5) + (10 dienstjaren x 1) +(3 dienstjaren X 1,5) = 16,5.

    B is beloningen

    De B-factor is het bruto maandsalaris en alles wat daar bovenop structureel is, zoals de vakantietoeslag, dertiende maand, structurele overwerkvergoeding en vaste toeslagen. Vaak ontstaat er discussie over de vraag of provisie en bonussen meetellen. Als deze een structureel uitgekeerd zijn dan moet je het gemiddelde over de laatste drie of vijf jaar nemen.

    Overige beloningen en vergoedingen zoals pensioen, leaseauto, onkostenvergoeding etc. worden niet meegeteld.

    C is correctie

    De C-factor betreft de correctiefactor en wordt bepaald door onder meer wie er (meer) schuld heeft aan het ontslag (de verwijtbaarheid), de financiële positie van de werkgever en de arbeidsmarktpositie van de werknemer. Deze kan oplopen van nul (bij verwijtbaar ontslag van werknemer) naar 1 (als werkgever en werknemer geen schuld hebben aan het ontslag) met alles daarboven (als de werkgever niet zorgvuldig heeft gehandeld en dus meer verwijtbaar is).

    Als er geen bijzondere omstandigheden zijn (ook bij reorganisatie), werd doorgaans correctiefactor 1 toegepast. Per 1 juli 2015 is dat verleden tijd en geldt de transitievergoeding.

    Meer weten?
    • Op rechtspraak.nl vind je meer informatie over de toekenning van ontslagvergoedingen